woensdag 11 april 2012

Marollen

De naam Marollen komt van Maricollen, een samentrekking van Mariam Colentes, een religieuze orde die de Maagd Maria eert en die zicht rond 1660 in de wijk vestigde. De Hoogstraat was een Romeinse weg en de enige verkeersader van deze wijk tot men tussen 1851 en 1854 de Blaesstraat heeft aangelegd. Sinds de 18e eeuw was dit al een ghetto. De Cité Hellemans was de eerste reeks sociale woningen die aan het begin van de vorige eeuw werden gebouwd in Brussel als onderkomen voor de armste bewoners. Deze werden in 1915 ingewijd en bestaat uit 7 identieke, evenwijdige gebouwen. De gangen die ze van elkaar scheidden ontlenen hun namen aan de beroepen die vroeger in de Marollen uitgeoefend werden. Op het Vossenplein (in het Frans Place du Jeu de Balle, omdat je er het kaatsspel kon beoefenen) stond in de 18e eeuw een molen die en houtzagerij aandreef. Na deze houtzagerij kwam er fabriek Le Renard, uit haar ateliers kwamen enkele van de eerste Belgische locomotieven. Al snel zorgde de concurrentie met de Luikse industrie voor werkloosheid. De fabriek werd een tentoonstellingslokaal voor paarden en stieren. De zaal werd afgebroken en maakte plaats voor het plein. Onder het plein bevindt zich een schuilplaats, die nu dichtgemetseld is. De Marolliens noemden het in het begin de nieuwe markt, de oude markt was namelijk bedolven onder de grote lanen. Hoogstraat 139 = vroegere koffiebranderij Jacquemotte, gerenoveerd door Jasper & Eyers. Hoogstraat 130 = het huis van Pieter Breughel (de oude), een gevel van de 16e eeuw. Binnen enkele jaren zal dit een museum worden.. Aan het Poelaertplein onderaan in de Marollen de Catteauschool. Op het Emile Vanderveldeplein stond vroeger het Volkshuis van Horta (afgebroken in 1965), nu staat er de Zaveltoren, een zware sombere uitkijktoren. Het volkshuis werd in 1895 ontworpen en 4 jaar later ingewijd. Het had ruimte voor kantoren, vergaderzalen, een cafe en een cooperatieve winkel. De Onze-Lieve-Vrouw ter Kapellekerk op de achtergrond bleef gespaard van alle sloopwerken. De kerk dateert van 1134. Een Clochard komt van het woord cloche = hij die bij het luiden van de klok de stad moest verlaten, in de 13e eeuw vestigden die clochards of stadslozen zich buiten de wal rond drie wijken dicht bij de stadspoorten. Hun woningen vormden de valse stad, de faubourg. De Kapellekerk was de eerste buitenkerk van Brussel, buiten de stadswal. Het koor is Romaans van 1210, de rest is laatgotisch en barok. Vroeger stond het in de het midden van de wijk, maar nu staat het aan de grens van de Marollen. Op het Breugelplein rook het vroeger naar koffie, sinds 1865 zat hier koffiebranderij Jacquemotte. De Brusselaar kon aan de geur weten van waar de wind kwam, chocoladegeur (Cote d'Or) of rotte eieren (Cokeries de Marly). In 1989 verhuisden ze naar Grimbergen omdat er een autostradetunnel onder het Poelaertplein kwam, die is er niet gekomen maar Jacquemotte was al weg. Nu gerenoveerd door Jasper&Eyers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten